Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.
Het wapen van de voormalige gemeente Gestel, Stratum en Strijp
De wapens van de voormalige gemeenten Gestel, Stratum en Strijp
Het is onbekend wie de oorspronkelijke grondheren van Gestel, Strijp en Stratum zijn geweest.(1) Misschien is het feit dat de heer van Altena vóór 1238 het patronaatsrecht van de kerk van Strijp aan het kapittel van Cortessem schonk een aanwijzing naar de te onderzoeken richting.
De kerkpatroon van Strijp (Sint Trudo) en de verwantschap van de heren van Altena met de heren van Cranendonk wijzen beide in de richting van Woensel. De in 1489 opgerichte parochie Stratum werd afgesplitst van de parochie Woensel en het belang van dit laatste dorp blijkt ook als in 1249 Gennep (onder Gestel) wordt genoemd als gelegen bij Woensel (i.p.v. bij Eindhoven)!
De oudste vermeldingen van Gestel (1312) en Stratum (1325) brengen ons naar de tijd, dat de hertogen van Brabant de heerlijkheidsrechten over de drie dorpen uitoefenen.
Parochieel behoorde Gestel tot Blaarthem, waar St.Lambertus kerkpatroon was. In de 15de eeuw was de kapel van Gestel toegewijd aan Onze Lieve Vrouw, in het begin van de 17de eeuw aan St.Nicolaas, doch in 1645 wordt geschreven, dat de kapel was toegewijd aan St.Lambertus, de parochiepatroon.
De kapel, later parochiekerk van Stratum was toegewijd aan St.Joris.
Ook in deze drie dorpen bezaten de heren van Cranendonk - evenals in Woensel - al in de 14de eeuw een aantal goederen en rechten: te Gestel de windmolen, te Strijp leengoederen, tiendrechten en grondcijnzen en te Stratum eveneens leengoederen, tiendrechten, visrechten en de watermolen op de Dommel.
In 1505 wist Frederik van Egmond, heer van Cranendonk, Woensel en Eindhoven, de drie dorpen in pand te verwerven, doch dit pandschap werd door de Hertog van Brabant gelost. Willem van Oranje, gehuwd met Anna van Egmond, wist de drie dorpen in 1559 opnieuw in pandschap te verwerven en ditmaal werden zij niet gelost!
Hierdoor bleven de Prinsen van Oranje er (pand)heren!
In de drie dorpen bestond een hertogelijke schepenbank, waarvan de schepenen 'schepenen van Gestel' werden genoemd, ook al werden de rechtzittingen te Strijp gehouden en leverde Strijp aan deze bank drie schepenen, tegen twee door zowel Gestel als Stratum. De oudste vermelding van schepenen is van 30 mei 1344. De schepenen zegelden met hun persoonlijke zegels. Ons is geen zegel van de schepenbank bekend.
In de 18de eeuw werd wel een schepenbankszegel gebruikt, doch de afdrukken daarvan leren ons dat dit het zegel van de bank van Woensel is.(2) Dit gebruik kan ons inziens worden toegeschreven aan het gemeenschappelijk secretariaat, dat door prins Maurits werd ingesteld.
Het Woenselse zegel bleef in gebruik tot het einde van de 18e eeuw (1798). In de jaren 1798-1806 zijn ons geen zegelafdrukken voor de drie dorpen bekend, tenzij een inktstempel van het 'Gemeentebestuur van Gestel' uit die jaren dateert. Dit stempel vertoont binnen een randschrift een wapenschild met daarin een gekroonde leeuw met zwaard en pijlenbundel, het door de Staten-Generaal der Verenigde Nederlanden gebruikte symbool dus!
Onder het Koninkrijk Holland (1806-1810) werd door het 'Gemeentebestuur van Stratum' het volledige wapen van het Koninkrijk gevoerd met de koninklijke gekroonde oude Statenleeuw en de Franse adelaar in een gevierendeeld schild. Een lakafdruk hiervan van 19 december 1810 is bewaard gebleven. In de jaren dat de dorpen tot het Keizerrijk Frankrijk behoorden (1810-1814) werd algemeen de gekroonde keizerlijke adelaar in het inktstempel en in het briefhoofd gevoerd. Van Strijp en Gestel zijn hiervan stempelafdrukken bekend, van Stratum een briefhoofd.
Op de oproep van de Hoge Raad van Adel maakte de burgemeester van Gestel en Blaarthem op 25 april 1815 bekend, dat de gemeente altijd onder het secretariaat van Eindhoven had behoord en 'dus geen bijzonder wapen heeft'. Hij neemt de vrijheid om voor de gemeente een wapen met de H.Lambertus, de patroonheilige van Gestel en Blaarthem, voor te stellen.
Ook de burgemeester van Stratum schreef op 27 juni 1815 dat de gemeente tot dan toe geen eigen wapen had gevoerd en stelde voor St. Joris, de patroon der gemeente, als wapenfiguur te gebruiken. Burgemeester J.W.Spoor voegde daarbij een ontwerp van zijn eigen hand.
De brief van de burgemeester van Strijp is niet bewaard gebleven, doch ook hier zal de burgemeester hebben geantwoord, dat de gemeente tot dan toe geen wapen had gevoerd. Een soortgelijk voorstel over een parochie- of gemeentepatroon lag ook hier voor de hand, doch de burgemeester van Strijp, Peter van der Heijde, had iets anders in gedachte: een paard!
Waarom een paard? We weten het niet. Maar als we kijken naar de wapens van enkele andere gemeenten kan wel een vermoeden worden uitgesproken. Omdat de landbouw de voornaamste of zelfs enige inkomstenbron in zijn gemeente is, stelt de burgemeester van Borkel in 1815 voor een ploeg in het wapen op te nemen.
En omdat de burgemeester van Reusel heeft laten weten, dat hij geen voorstel heeft plaatst de Hoge Raad daar op eigen initiatief een korenschoof in het gemeentewapen. Ook dat wijst op de landbouw. In Strijp zou een paard het symbool van de landbouw kunnen zijn. Van een paardenhandel van enige betekenis is althans niets bekend, terwijl een relatie met het wapen van de Strijpse fabrikantenfamilie Holleman niet waarschijnlijk lijkt, ofschoon dit ook niet helemaal is uit te sluiten.
Vermoedelijk heeft de burgemeester het paard een mooi dier gevonden en dit daarom als symbool voorgesteld, ofschoon in die tijd nog veelal ossen als trekdieren werden gebruikt. De Hoge Raad zal er geen problemen mee hebben gehad. Ook de ploeg van Borkel werd geaccepteerd, evenals de leeuw die de burgemeester van Hoogeloon voorstelde, zonder dat hij daarvoor ook maar een enkele argument had.
Al bij al heeft het wapen van Strijp ook niet veel indruk gemaakt. In 1839 was het wapen nog wel bekend, doch in 1868 schreef de burgemeester, dat er vroeger in de gemeente geen ander zegel had bestaan en in 1868 ook nog niet bestond dan dat hij in zijn brief afdrukte: een zegelveld gevuld met stippen! Hij kende toen overigens wel het wapendiploma van 1818.
In ieder geval verleende de Hoge Raad van Adel aan de gemeente Gestel & Blaarthem op 14 oktober 1818 een wapen 'zijnde van lazuur, beladen met het beeld van St.Lambertus van goud', aan de gemeente Strijp op dezelfde datum een wapen 'zijnde een schild van lazuur, beladen met een paard van goud' en bevestigde de gemeente Stratum op 16 juli 1817 in het gebruik van het wapen 'zijnde van lazuur, beladen met St.Joris te paard van goud'. Deze wapens zijn tot de samenvoeging met Eindhoven in 1920 in gebruik gebleven.
J.Th.M. Melssen
noten:
1- Voor zover mogelijk zal steeds de oorsprong van het wapen worden nagegaan en zal die worden geplaatst tegen de vroegste geschiedenis van het dorp.
2- zie het artikel over het Woenselse wapen, zegeltype 2.
bron:
’t Gruun Buukske 1988