Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.

Johannes Intven

Uit De historische en eigentijdse encyclopedie van Eindhoven
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Achterzijde van het bidprentje voor pastoor Intven uit 1849


Voorzijde van het bidprentje voor pastoor Intven uit 1849



J.H. Intven, Joannes Henricus, pastoor te Tongelre

* 4 mei 1792 te Eersel
† 30 september 1849 te Tongelre


Abusievelijk is zijn ouderdom op het bidprentje onjuist vermeld: hij is 57 jaar oud geworden. Hij is volgens het doopregister van Eersel gedoopt op 4 mei 1792. Hij was de zoon van Leonardus Intven en Anna Catharina Vereken uit Eersel en werd ingeschreven als Johannes Henricus, zoon van Leonardus in 't Ven.
Pastoor in Tongelre vanaf 1840 tot zijn overlijden in 1849.

De tekst die J.J. Meulenhof (in een uitgave op intyernet van Paul Theelen) schreef, luidt: Johannes Intven werd in 1819 kapellaan te Dussen en in 1828 pastoor van Borkel en Schaft.
Als pastoor van Tongelre den 16 februarij 1841 ingeleid, heeft hij in deze parochie veel nut gesticht en schoone verbeteringen aan de kerk en in 1847 aan de pastorij aangebragt.
De data van de benoeming tot pastoor van Tongelre wijken ook hier af.
Verderop in de notities van Meulenhof (uitgave P. Theelen #20100131) wordt vastgelegd, dat de tuin van de pastorie in 1840 is vergroot:

17 januari 1840 In het jaar 1840 is bij koopakte, gepasseerd
voor Notaris Joannes Smits 17 Jan. 1840, tusschen den Pastoor van Tongelre Antonius
Cuijte en Martinus Hoogers, laken-fabrikant te Geldrop van den eenen kant en het R.
K. Kerkbestuur, vertegenwoordigd door Jan van Kemenade Burgmeester en Kerkmeester en
Joannes Sanders Kerkmeester van den anderen kant tegen den prijs van 50 gulden
afgestaan voor den tuin der pastorie:
een noordelijk gedeelte van een perceel weiland, ter grootte van omtrent 3 roeden 78
ellen, en zulks met recht van uit en ingang aan het westereinde over het
overblijvende gedeelte van het perceel door middel van een te hangen poortje, en een
noordelijk gedeelte van een daartegen aangrenzend perceel bouwland, ter grootte van 1
roede en 76 ellen.


Ook legt Meulenhof nog vast: In 1847 is onder Pastoor Intven de pastorie geheel vernieuwd, en onder dezen Pastoor zijn ook aan de toenmalige kerk schoone verbeteringen aangebracht.