Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.
Meierijsche Wielrijderskring (M.W.K.)
Wielervereniging De Meierijsche Wielrijderskring (M.W.K.)
In 1891 werd in Eindhoven een poging gedaan een nieuwe wielrijdersvereniging op te richten, maar zonder succes. Twee jaar later werd in Stratum een tweede poging gedaan. Onder de ongeveer dertig aanwezigen bleken twee visies te bestaan. Sommigen wilden een echte club, anderen streefden naar een vereniging die het algemeen belang van de wielrijders zou gaan bevorderen, maar zonder een hechte band te leggen tussen de leden. Dit keer kwam men wel tot overeenstemming.
De nieuwe vereniging werd Meierijsche Wielrijderskring gedoopt (M.W.K.). Het bestuur bestond uit J. Pijpers en L. Stokvis uit Eindhoven, die president en secretaris werden, H. Moonen uit Stratum, die de penningen ging beheren en verder uit de commissarissen A. Snieders uit Stratum en J. O'Reilly uit Geldrop. Pijpers was het bekende gemeenteraadslid, dat in 1868 in Delft was geboren. We kwamen hem al eerder tegen in het artikel over de gymnastiekbeoefening. Stokvis was een van de firmanten van de drukkerij en uitgeverij M.F. van Piere. Hij was in 1864 in Den Bosch geboren. Moonen was zes jaar jonger en van Gestel geboortig. Zijn vader was aanvankelijk leerlooier, maar verhuisde naar Stratum waar hij een zoutziederij ging exploiteren. Snieders was brouwer en had in 1865 in Dommelen het levenslicht gezien. O'Reilly was een jaar jonger en de zoon van de Geldropse gemeente-ontvanger. Alle bestuursleden waren rooms-katholiek.
In maart 1864 hield de M.W.K. een ledenvergadering waarop het bestuur het plan lanceerde om in elke gemeente een of meer clublokalen op te richten. Daar zouden de leden dan bij defect aan "hun machine" al het nodige moeten vinden voor de reparatie, terwijl er ook een mogelijkheid zou moeten zijn om te restaureren. Uit dit laatste blijkt, dat men aan bondsrestaurants dacht, waar de leden gebruik konden maken van reparatiemateriaal en gereedschappen. Het bestuur liet weten, dat er zich al zeven restauratiehouders hadden aangemeld.
Op een verzoek uit de vergadering om eens een clubtocht te organiseren kon het bestuur niet ingaan; de kas stond dat niet toe. De aanwezigen namen met dit antwoord echter geen genoegen. Er ging direct een intekenlijst rond, die zoveel opbracht, dat nog tijdens de bijeenkomst een commissie kon worden benoemd om de trip voor te bereiden.
De tocht vond plaats op 24 juni. De deelnemers reden over Tongelre, Nuenen en Lieshout naar St. Oedenrode. Onderweg werd tweemaal aangelegd bij een clublokaal. In St. Oedenrode werd de stoet gastvrij ontvangen door de bevolking. Zelfs de Rooise harmonie NOS Jungit Apollo was er voor uitgerukt. Pijpers sprak de muzikanten toe. Hij hoopte dat de banden tussen St. Oedenrode en Eindhoven nog nauwer zouden worden aangehaald als de langverwachte tram de afstand zou hebben opgeheven. Na een weerwoord van de voorzitter van de harmonie aanvaarde het gezelschap over Son de terugtocht.
Een maand later waren de leden van de M.W.K. aanwezig in Geldrop, waar ze meereden in de optocht die daar werd gehouden ter gelegenheid van het 300-jarig bestaan van de gilde van St. Catharina en St. Barbara.
Intussen was het rennen niet vergeten. Op 15 augustus werd een wedstrijd gehouden vanuit Stratum over Geldrop naar Maarheeze en van daar weer terug naar Geldrop. Tekenend voor de vooruitgang was, dat de renners op massieve en op cushionbanden een voorsprong kregen van respectievelijk acht en zes minuten. Er was een talrijk publiek, zowel bij de start als bij de finish. De deelname was echter teleurstellend: er waren maar drie renners! P. van Hout uit Eindhoven werd winnaar, tweede werd A. Brouwers uit Strijp en derde A. Smulders uit Geldrop. Na een uitvoering door de Geldropse harmonie La Reunion Musicale trok het gezelschap naar Eindhoven voor een diner bij Apollo's Lust en een harmonieconcert tot besluit van de dag.
Op 3 oktober organiseerde de M.W.K. tot slot van het seizoen nog een clubtocht vanuit Stratum over Geldrop naar Budel. De deelnemers vertrokken om 13.00 uur. Omdat ze onderweg bij alle clublokalen aanlegden, kwamen ze pas drie uur later op hun bestemming aan, waar fanfare Mutua Fides hen al stond op te wachten. Evenals enkele maanden eerder in St. Oedenrode, werd het ook in Budel een gezellige middag, zowel voor de wielrijders als voor de bevolking. Pas om 18.30 uur trokken de deelnemers voor het afscheid naar koffiehuis De Snep. De fanfare liet zich daar nog eens van haar beste zijde horen, waarna J. Spoorenberg de Bulenaars bedankte voor de prettige middag die zijn clubgenoten en hij in hun midden hadden doorgebracht.
Ofschoon er ongetwijfeld leden van de M.W.K. ook lid waren van de A.N.W.B., was de vereniging aanvankelijk niet bij de Bond aangesloten. Dat veranderde in 1895. Tijdens de jaarvergadering, die op 20 januari werd gehouden, liet de president weten, dat de Kring was aangenomen als lid. Waarom de leden op dezelfde vergadering besloten om geen lid te worden van de Noord-Brabantsche Wielrijderskring, is nog onduidelijk.
Op 5 mei maakte de Kring een tocht naar St. Oedenrode, dat "met zijn schoon marktveld en goede uitspanningen waarbij nog gevoegd de muziek der harmonie" bij de 32 deelnemers opnieuw goed in de smaak bleek te vallen. Enkele weken later organiseerde de A.N.W.B. een tocht in omgekeerde richting. De deelnemers werden in het clublokaal van Stoot aan het Eindhovense Stationsplein ontvangen door de consul van de A.N.W.B., J. Rédelé, en de president van de M.W.K., J. Pijpers, die de champagne al hadden klaarstaan. Na een toast en een gezamenlijke lunch aanvaarden de deelnemers 2½ uur later de terugtocht weer.
Op het einde van de vorige eeuw waren de ontspanningsmogelijkheden geringer dan tegenwoordig. De kermis speelde daarom een belangrijkere rol. Ter gelegenheid van dit gebeuren organiseerde de M.W.K. in juli een lichtjesroute. Op verlichte fietsen trokken de leden van het bondslokaal van Stoot naar de Stratumse kerk en vandaar kris-kras door de stad weer terug. Op een platte wagen reed een muziekgezelschap mee, dat vrolijke deuntjes liet horen. Het eindpunt van de tocht was de tuin van Apollo's Lust, waar de "sierlijke bewegingen op de kronkelpaden een uniek effect opleverden".
Op 4 augustus werd door de A.N.W.B. een wielerwedstrijd gehouden. Aan de M.W.K. was gevraagd en die werd natuurlijk graag gegeven. De route liep vanuit Woensel via Son, St. medewerking Oedenrode, St. Michielsgestel en Den Dungen naar Den Bosch en vandaar weer terug naar Woensel. Er waren 16 deelnemers. Een moest het laten afweten omdat "zijne machine door baldadige jongens onberijdbaar was gemaakt". Van de Eindhovenaren viel A. Brouwers uit Strijp uit door een lekke band en J. van Hout door een valpartij waardoor hij "onderst boven in een sloot" terechtkwam. De beste Eindhovenaar werd P. van Hout, die derde werd achter F. Breekpot uit Tilburg en P. van der Bruggen uit Den Bosch. Het was zo toch nog een beetje een Eindhovense overwinning, want Breekpot was in 1876 in Eindhoven geboren als zoon van een spoorwegambtenaar. Na afloop van de wedstrijd was er een diner in het Posthuis aan de Markt.
Op 15 augustus stond de gezelligheid weer voorop, toen de leden van Echo-Velo uit Turnhout op bezoek kwamen. Vijftien Eindhovenaren reden hen tegemoet. Op het marktplein in Eersel ontmoetten zij elkaar, beide verenigingen met hun hoornblazers voorop, die een vrolijk deuntje lieten horen. Samen reden de fietsers naar Eindhoven, waar het bij het bondslokaal van Stoot zwart was van de mensen die de Vlaamse sportbroeders kwamen toejuichen.
Er werden glazen champagne geheven en de Belgen zongen er ter ere van de Nederlanders het "Wien Neerlands bloed", wat door de Eindhovenaren beleefd werd beantwoord met het zingen van de Brabanconne (kom er vandaag nog maar eens om!). Na een wandeling door de stad volgde een diner bij het Posthuis. Om vier uur keerden de Belgen weer terug naar huis, waarbij de Eindhovenaren hen tot Eersel uitgeleide deden.
Op het einde van 1895 werd een nieuw bestuur gekozen. Het oude bestond toen uit J. Pijpers, J. Rédelé, C. van Dijck, H. Moonen en J. O'Reilly. Moonen was inmiddels naar Valkenswaard verhuisd en stelde zich niet herkiesbaar, evenmin als O'Reilly, die zich terugtrok wegens drukke werkzaamheden. In hun plaats werden J. Berkvens en J. Jonckbloet gekozen. De eerste was in 1871 in Woensel geboren als zoon van een kantoorbediende. Dat de leden van de M.W.K. een goede keuze deden toen ze hem tot penningmeester kozen, zou enkele jaren later blijken, toen Berkvens werd benoemd tot directeur van de Centrale Boerenleenbank. Jonckbloet was in 1855 in Eindhoven geboren als zoon van de bekende notaris en wethouder. Hij was commissionair in tabak.
Fietsen was in de vorige eeuw nog een typische zomersport. Om elkaar tijdens het "barre seizoen" ook eens te kunnen ontmoeten werden andere activiteiten bedacht. Zo was er in januari 1896 een smokingconcert, waarbij de muziek werd afgewisseld met voordrachten door de leden. Omstreeks deze tijd is er ook sprake van zaalrijden, waarbij we moeten denken aan oefeningen in kunstrijden en aan spelen.
In maart 1896 zou de wielrijdersclub uit Arendonk op bezoek komen, als het weer dat althans toeliet. Het lijkt er op, dat dit niet het geval is geweest. Wel legde de M.W.K. dat jaar een tegenbezoek af in Turnhout. Het werd bij de zuiderburen een gezellig feest, waaraan ook de leden van de Tilburgse club deelnamen.
Voor de kermis werd iets nieuws bedacht. Samen met harmonie Apollo's Lust werd een bloemencorso georganiseerd. De belangstelling was groot. De deelnemers kwamen van tot ver buiten de stad, uit plaatsen als Breda, Tilburg, Den Bosch, Helmond, Venlo, Roermond, Arendonk en Neerpelt. De stoet werd geopend door Apollo's Lust en gesloten door harmonie Phileutonia uit Gestel. Daartussen trokken vele soorten fietsen met dikwijls gekostumeerde berijders, maar ook gymnastiekvereniging Brabantia en een versierde Brabantse huifkar. Na afloop waren er wedstrijden in ringsteken, langzaamrijden en kegelrijden, waarvoor ongetwijfeld in het winterseizoen zal zijn geoefend. De dag werd besloten met een harmonieconcert door Apollo's Lust.
Als het aantal kranteberichten maatgevend is voor de activiteiten van de M.W.K., dan was het aanvankelijke elan - ondanks het succes van het corso - intussen toch wat bekoeld. In 1896 schijnen geen clubtochten te zijn gehouden, terwijl uit 1897 alleen bekend is, dat L.R.M. Gruythuizen de Eindhovense kleuren heeft trachten te verdedigen bij een nationale wielerwedstrijd in Helmond, maar het lijkt onwaarschijnlijk, dat hij lid is geweest van de M.W.K.
In 1898 werd het plan gemaakt om de vereniging op te heffen. Op een daartoe in mei bijeengeroepen vergadering bleken echter niet voldoende leden aanwezig te zijn om een besluit te kunnen nemen. Wel werd nog een nieuw bestuur gekozen. Pijpers, Jonckbloet en Rédelé werden herkozen, evenals Jos de Haes, die inmiddels secretaris was geworden. Berkvens had intussen bedankt als lid van de Kring; in zijn plaats kwam apotheker J. Rijke in het bestuur.
Tijdens een nieuwe vergadering op 10 augustus viel tenslotte het besluit de Kring te liquideren. "Het bord" werd aan Stoot geschonken en de overige voorwerpen werden verloot. Van de Westelaken en Rijke wonnen een hoorn, terwijl de hektograaf aan Pijpers toeviel. Het archief werd aan de A.N.W.B. geschonken, waar het notulenboekje (van 17 bladzijden) nog steeds in het archief berust. De kasgelden zouden gezamenlijk worden opgemaakt. Leden die er prijs óp stelden hun deel in contanten te ontvangen, kregen daar tien dagen tijd voor. Bij de opheffing telde de Kring nog zestien leden.
Bronnen:
Bovenstaande geschiedenis van de Meierijsche Wielrijderskring (M.W.K.) is een onderdeel van het artikel "Fietsen in Eindhoven", geschreven door:
J. Spoorenberg
in: 't Gruun Buukske 1987 19-47