Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.
Oude gewichtsmaten tot 1816
Oude gewichtsmaten in Eindhoven
Behalve de lengtematen, de oppervlaktematen en de inhoudsmaten voor droge en natte waren zijn er ook nog de gewichten.
De "stamboom" van de gewichten, die voor 1795 in ons land werden gebruikt gaat terug tot de oude Babyloniers en Egyptenaren. Van hun maat werd het Romeinse pond afgeleid en daarvan weer dat van Karel de Grote. Hieruit is de zg. Keulse mark ontstaan, waarvan het Brabantse pond - dat ongeveer 469 gram woog - is afgeleid.
De oudste bron waaruit we vernemen welk gewicht vroeger in onze stad werd gebruikt, is de burgemeestersrekening van 1767/1768. In de verantwoording van de gelden die gebruikt waren voor de aanschaf van nieuwe gewichten voor de stadsboterwaag is namelijk sprake van Amsterdams gewicht. In 1805 liet het stadsbestuur aan het departementaal bestuur weten, dat de stad in het bezit was van twee standaardgewichten: een koperen gewichtspijl van zestien pond en een koperen gewicht van tien pond, beide Antwerps gewicht. Met de gewichtspijl werd de kunstig bewerkte Neurenberger bedoeld.(1)
Op beide standaardmaten staan ijkmerken met een handje afgebeeld, waaruit blijkt, dat we inderdaad met Antwerpse of Brabantse gewichten te maken hebben. Met het Amsterdamse gewicht uit 1767/68 zal dan ook wel het Brabantse gewicht zijn bedoeld, zoals dat in Amsterdam werd gebruikt en niet het veel zwaardere Amsterdamse pond.
noten:
1- De Neurenberger gewichtspijl wordt in het Eindhoven Museum bewaard. Het andere gewicht was in de zeventiger nog jaren in het gemeente-archief (RHCe) aanwezig.
Jan Spoorenberg
in: ’t Gruun Buukske 1977