Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.
Strijp volgens Brock
Strijp
Een klein dorpjen, welke in 1815 een aantal 884 Katholykenn en zes Gereformeerden en twee Jooden bevolkten, ligt een halve uur ten noordwesten van Eindhoven, word door de Loop of beekjen de Rungraaf van Zeelst, door den Windgraaf van Woensel, en door de Gender van Gestel gescheiden.
Het geen dit dorpjen, waar de huizen zeer verspreid liggen, byzonderlyk opmerkzaam maakt, is, dat men er geene groote weegen of straaten, maar niet dan steegen, aantreeft, waarom het voor een vrimdeling zeer moeilyk vald om hier eenen regten weg of uitgang te vinden. Hier om is het dat men dit dorpjen wel een het Meierysch Mulkwerum noemd.(1)
De kerk. aan de H. Trudo ingewyd, is een taamelyk groot kruisgebouw, voorheen zonder tooren dan zederd eenige jaaren van een klein toorentjen voorzien. Nevens de kerk ligt een Belfort of klokhuis, welker klokken een schoon geluid geven. De kerk is weder gekeerd in het bezit der Katholyken, die by dezelven een fraaije pastory gebouwd hebben.
Gelyk er voorheen een oud Meierysch Adelyk geslacht aanwezig was dat de naam Van Gestel voerde, even zoo is er een geweest welk de naam van Van Strijp, naar dit dorpjen , droeg; Welke wapenen men vind onder de Ons Lieve Vrouwe Broeders te ’s Bosch.
noot 1: Molqueren of Molqueerum: dorp in Vriesland, in Westergoo, en een van de negen, die de Vriesche Grietenyen Hernelumer Oldevaart en Noordwolden uitmaakten. De huizen liggen er verward door elkander, zonder eenige orde neergeplakt, zoo dat het voor een vreemdeling onmooglyk is uit dit dorp te geraken. Daarom het ook wel eens het Vriesche Doolhofwerd genaamd.
Luifiscius woordenboek L de M.
Nota bene
De bovenstaande beschrijving van Adriaan Brock is afkomstig uit het boek: De stad en Meyerij van ’s-Hertogenbosch of derzelver beschryving. Tweede afdeeling. Bevattende eene geographische, historische en chronologische beschouwing van de steden, dorpen, vlekken, heerlykheden, gehuchten en voornaamste buurtschappen der Meiery. Streekarchivariaat “Langs Dommel en Aa” gaf het in 1978 in boekvorm uit en plaatste daarin onder meer de volgende verantwoording.
Dank zij de duidelijke schrijfwijze van Adriaan Brock, koster van Sint-Oedenrode, die leefde van 1775 tot 1834 kan thans zijn manuscript over de geschiedenis van de meierij, in originele vorm worden gedrukt. …..
Zijn geschiedschrijving wordt echter niet wetenschappelijk verantwoord geacht. In 1920 schreef de rijksarchivaris van Noord-Brabant, J.P.W.A. Smit, in de inleiding van de inventaris van Sint-Oedenrode door Mr. A.R.M. Mommers, het volgende over de door Brock samengestelde geschiedenis van Sint-Oedenrode: " Als geschiedschrijver van St.Oedenrode heeft Mr. A.R.M. Mommers, afgezien van kleinere bijdragen, een voorganger in den persoon van Adriaan Brock, op 26 augustus 1775 als zoon van Cornelius Brockx te St. Oedenrode geboren, die zoals hij zelf zegt, "door prijslijke nieuwschiegigheid aangezet " het plaatselijk archief geheel doorwerkte en in 1815 de lotgevallen der vrijheid daaruit afschreef, welk handschrift nadien nog tweemaal door hem is herzien. " Verderop vervolgt hij : " Met voordeel heeft Mr. Mommers dit geraadpleegd, voornamelijk wegens de vele stukken die Brock gekend heeft en die inmiddels verdwenen zijn, maar daarom is het tegenwoordige werk nog geen herhaling van het vroegere geworden. Brock immers, die een waarheidlievend, maar weinig ontwikkeld man was - hij stierf op 7 mei 1834 als koster der St. Martinuskerk - heeft eenige bronnen niet gekend en andere slecht beoordeeld". …..
Wat Brock schrijft over zijn tijd, de jaren rond 1825, moet in ieder geval worden geacht verantwoord te zijn. Beschrijvingen over vroegere tijden mogen dan misschien niet altijd waarheidsgetrouw zijn, ze bevatten toch tal van aanwijzingen die bij het geschiedenisonderzoek van nut zijn.