Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.
Jan van Dijck: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
| Regel 1: | Regel 1: | ||
[[Bestand:Stadhuis RS ansicht.jpg|400px|thumb|right|Ansichtkaart uit 1929 met daarop afgebeeld het Eindhovense stadhuis, gezien vanaf de Markt. De kenmerkende trappartij aan de voorzijde is enkele jaren later afgebroken. (foto Kees van der Hoeven)]] | [[Bestand:Stadhuis RS ansicht.jpg|400px|thumb|right|Ansichtkaart uit 1929 met daarop afgebeeld het Eindhovense stadhuis, gezien vanaf de Markt. De kenmerkende trappartij aan de voorzijde is enkele jaren later afgebroken. (foto Kees van der Hoeven)]] | ||
<big>'''Dijck, | <big>'''Dijck, Johannes Arnoldus van, stadsarchitect aannemer'''</big> | ||
* Eindhoven 20 april 1835 | * Eindhoven 20 april 1835 | ||
† Eindhoven 30 juli 1922 | † Eindhoven 30 juli 1922 | ||
Zoon van meubelmaker Cornelis Adrianus van Dijck (1806-1873) en Petronella Manders (1807-1873).<br /> | Zoon van meubelmaker Cornelis Adrianus van Dijck (1806-1873) en Petronella Manders (1807-1873).<br /> Hij bleef ongehuwd. | ||
Woonde/studeerde enige tijd in Roermond en keerde in 1864 naar Eindhoven terug. Woonde volgens het bevolkingsregister in de Rozemarijnstraat en in de Nieuwstraat. <br /> | Van beroep was Jan "kabinetwerker", fijn meubelmaker dus. | ||
Woonde/studeerde enige tijd in Roermond en keerde in 1864 naar Eindhoven terug. Woonde volgens het bevolkingsregister in het huis van zijn ouders in de Rozemarijnstraat, naast de gereformeerde pastorie en tot aan zijn dood in het huis op de hoek van de Nieuwstraat (zuid) en de Vestdijk (west). <br /> | |||
Benoemd tot stadsarchitect en was verantwoordelijk voor veel bekende projecten in de stad Eindhoven. | |||
De Willemstraat, de Emmasingel, de Nieuwstraat, Dommelstraat en Keizersgracht werden onder zijn leiding aangelegd. Hij ontwierp het plan om de Gender te overkluizen. Hij tekende de brandweerkazerne in de Paradijslaan, het stadhuis aan de Rechtestraat, dat in 1869 gereed kwam, en de villa van Notaris Fens aan de Keizersgracht. Jan van Dijck was ook verantwoordelijk voor het ontwerp van het [[Het Eindhovens Mannenkoor|Eindhovens Mannenkoor]] aan het Stratumseind.<br /> | |||
Zowel het stadhuis als de "Villa Fens" werden in 1964 onder veel protest afgebroken om plaats te maken voor een doorgaande weg van de Markt naar de Hoogstraat via de Bergen. Deze weg is er echter nooit gekomen. Nadat reeds was besloten om het wegenplan aan te passen en niet via de binnenstad uit te breiden, werden beide gebouwen desondanks gesloopt.<br /> | |||
Jos Hüsken 2015<br /> | Jos Hüsken 2015<br /> | ||
Versie van 13 nov 2015 14:11
Dijck, Johannes Arnoldus van, stadsarchitect aannemer
* Eindhoven 20 april 1835 † Eindhoven 30 juli 1922
Zoon van meubelmaker Cornelis Adrianus van Dijck (1806-1873) en Petronella Manders (1807-1873).
Hij bleef ongehuwd.
Van beroep was Jan "kabinetwerker", fijn meubelmaker dus.
Woonde/studeerde enige tijd in Roermond en keerde in 1864 naar Eindhoven terug. Woonde volgens het bevolkingsregister in het huis van zijn ouders in de Rozemarijnstraat, naast de gereformeerde pastorie en tot aan zijn dood in het huis op de hoek van de Nieuwstraat (zuid) en de Vestdijk (west).
Benoemd tot stadsarchitect en was verantwoordelijk voor veel bekende projecten in de stad Eindhoven.
De Willemstraat, de Emmasingel, de Nieuwstraat, Dommelstraat en Keizersgracht werden onder zijn leiding aangelegd. Hij ontwierp het plan om de Gender te overkluizen. Hij tekende de brandweerkazerne in de Paradijslaan, het stadhuis aan de Rechtestraat, dat in 1869 gereed kwam, en de villa van Notaris Fens aan de Keizersgracht. Jan van Dijck was ook verantwoordelijk voor het ontwerp van het Eindhovens Mannenkoor aan het Stratumseind.
Zowel het stadhuis als de "Villa Fens" werden in 1964 onder veel protest afgebroken om plaats te maken voor een doorgaande weg van de Markt naar de Hoogstraat via de Bergen. Deze weg is er echter nooit gekomen. Nadat reeds was besloten om het wegenplan aan te passen en niet via de binnenstad uit te breiden, werden beide gebouwen desondanks gesloopt.
Jos Hüsken 2015