Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.
Vlokhoven: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 4: | Regel 4: | ||
De naam wordt het eerst vermeld in een schepenakte uit 1345 (die helaas verloren is gegaan), als Henrick Kuyst gerechtigd blijkt te zijn in een hoeve "Ten Broecke" in Vlokhoven.<br /> | De naam wordt het eerst vermeld in een schepenakte uit 1345 (die helaas verloren is gegaan), als Henrick Kuyst gerechtigd blijkt te zijn in een hoeve "Ten Broecke" in Vlokhoven.<br /> | ||
Een verdwenen wijknaam is '''Stoutheuvel'''.<br /> | |||
Stoutheuvel of Steytheuvel was één van de gehuchten van het oude Woensel.<br /> | |||
Het lag aan de Woenselsestraat tussen de Beekstraat en het waterloopje de Zoei; het strekte zich dus uit van het noordelijk deel van de huidige generaalsbuurt tot diep in het Vlokhovense akkernaam-stratengebied.<br /><br /> | |||
<br /> | |||
Meer over Vlokhoven kunt U vinden in een artikel van J.Th.M. Melssen in het boekwerkje "Bijdragen tot de geschiedenis van Woensel", deel III, 1981.<br /> | Meer over Vlokhoven kunt U vinden in een artikel van J.Th.M. Melssen in het boekwerkje "Bijdragen tot de geschiedenis van Woensel", deel III, 1981.<br /> | ||
Versie van 5 nov 2015 09:17
Vlokhoven
Dit is weer een oude naam. Vlok betekent wol en Vlokhoven was aanvankelijk dus een schapenboerderij.
De naam wordt het eerst vermeld in een schepenakte uit 1345 (die helaas verloren is gegaan), als Henrick Kuyst gerechtigd blijkt te zijn in een hoeve "Ten Broecke" in Vlokhoven.
Een verdwenen wijknaam is Stoutheuvel.
Stoutheuvel of Steytheuvel was één van de gehuchten van het oude Woensel.
Het lag aan de Woenselsestraat tussen de Beekstraat en het waterloopje de Zoei; het strekte zich dus uit van het noordelijk deel van de huidige generaalsbuurt tot diep in het Vlokhovense akkernaam-stratengebied.
Meer over Vlokhoven kunt U vinden in een artikel van J.Th.M. Melssen in het boekwerkje "Bijdragen tot de geschiedenis van Woensel", deel III, 1981.
Jan Spoorenberg
in: ’t Gruun Buukske 1982, 53, 65, 80