Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.

Kapper Derpen

Uit De historische en eigentijdse encyclopedie van Eindhoven
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het kappersgeslacht Derpen

Een bekend kappersgeslacht in oud-Eindhoven was dat van de familie Derpen. Stamvader was Michiel, die hoedenmaker van zijn vak was en geboortig was van Duitsland. Hij trouwde in 1805 in Eindhoven met Maria Josepha van H(e)ugten en uit dit huwelijk werd in 1817 hun zoon Jacobus Ludovicus geboren. Toen de jongen 13 jaar oud was, trad hij bij een barbier in dienst om het vak te leren.

Het zou hem zo goed bevallen, dat hij in 1880 zijn 50-jarig jubileum kon vieren. In de tussentijd was hij getrouwd met Huberdina Wijn (1814-1885) en had hij op de Markt een eigen zaak geopend, waarin hij werd geassisteerd door zijn zoon Paulus (Eindhoven 1850), terwijl zijn oudere zoon Michel (Eindhoven 1844) ook een eigen bedrijf had, dat aanvankelijk eveneens op de Markt gevestigd was, maar in 1875 naar de Nieuwstraat verhuisde.

Foto uit 1908 van enkele huizen aan de Markt. In het middelste huis links zijn onder in de plint de letters "COIFFEUR" aangebracht op de winkel van kapper Derpen. (afbeelding Eindhoven in Beeld)
Briefhoofd uit 1917. (afbeelding uit 't Gruun Buukske)

Vader Jacobus is in 1885, 3 maanden eerder dan moeder Huberdina Wijn overleden. Paulus Derpen nam de zaak van zijn vader over. Bij zijn salon had hij een winkeltje. Toen tandarts Pinkhof in 1883 in de Meierijsche Courant aankondigde dat hij in Eindhoven enkele uren zitting zou houden in hotel het Hof van Holland (er waren toen nog geen tandartsen in onze stad gevestigd), liet hij tevens weten, dat zijn tandmiddelen steeds te koop waren bij coiffeur Derpen op de Markt. Zo ging de verkoop ook door als de tandarts elders verbleef. Paulus verhuisde in 1908 naar Nijmegen en vandaar naar Antwerpen, waar hij ook als kapper actief was. Bij zijn overlijden (Nijmegen 1912) was hij ongehuwd.

Michiel Derpen zette met zijn zoon aan de Nieuwstraat de familietraditie voort. Het vermoeden bestaat, dat Michiel niet alleen barbier, maar ook dameskapper is geweest. Dames gingen in die tijd nog niet naar de kapper. Het haar werd over het algemeen lang of opgestoken gedragen, en al dan niet met hulp van huisgenoten opgemaakt. Alleen leden van de elite konden het zich permitteren een kapper aan huis te laten komen, om het haar te laten onduleren en het desgewenst te versieren met strikken en linten, kammen en haarstukjes. Als we zien dat Michiel Derpen al in 1875 reclame maakte voor zijn haarwerken en parfumerieën krijgen wij de indruk dat hij zo'n kapper is geweest.

Advertentie uit de Jubileumgods van het Stratumse Sint-Jorisgilde uit 1912. (afbeelding uit 't Gruun Buukske)

In 1901 opende Derpen een damessalon. Die was ingericht met de nieuwste instrumenten, waaronder een "Heete-Luchtsysteem-Machine", waarmee een droogkap werd bedoeld, een uitvinding van de Fransman Bartus. Het apparaat werkte op gas, terwijl de hete luchtstroom in beweging werd gehouden door een met de voet bediende propeller. Na de opening van de salon schreef de krant, dat in Eindhoven al lang behoefte had bestaan aan zo'n zaak. De damessalon van Michiel Derpen is dus blijkbaar de eerste geweest. De uitbreiding van de clientèle kwam de winkelverkoop natuurlijk ten goede. Nog hetzelfde jaar maakte Derpen behalve voor zijn parfumerieën, eau de cologne, borstelwerk en Levantse toiletsponsen ook reclame voor schildpad kammen en sierspelden.

Naast het barbieren en het kappen van dames en heren had Derpen nog een derde bron van inkomsten, want in 1900 maakte hij ook reclame voor de toneelpruiken en baarden die hij te huur en te koop had.

Hoe belangrijk de damessalon en de toneelafdeling ook waren, de herenafdeling bleef het belangrijkst, want daar lieten veel leden uit de Eindhovense elite zich elke week enkele keren scheren. Veel kappers bezaten in die tijd een pottenkast, een meubel met een groot aantal genummerde laadjes. Elke klant had zijn laatje, met zijn eigen handdoek, scheerbakje, kwast, zeep, mes, aluinblokje en spons. Al die artikelen konden bij de kapper in de winkel worden gekocht en dat was natuurlijk ook bij Derpen het geval. In het begin van deze eeuw konden de klanten terecht van 's morgens zeven tot 's avonds tien uur en op zaterdag zelfs tot 12 uur 's nachts. Veel rust kreeg de kapper daarna niet, want ook op zondag was hij tussen 's morgens tussen zeven en twaalf uur nog beschikbaar, omdat zijn klanten er juist dan netjes moesten uitzien voor het bezoek aan de kerk, familie of bittertafel.

Een van de klanten van Derpen was Noud van den Boer, de dirigent van het Eindhovens Mannenkoor. Als hij binnenkwam kon het gebeuren dat iemand zei: "Hedde ouw stokske bij oe?" En als het antwoord dan bevestigend was, werd er dikwijls besloten even te repeteren. "Hou efkes op met inzepen, menneke", hoorde de jongste bediende zijn baas dan zeggen en vervolgens zongen de Eindhovense notabelen dan het hoogste lied. Maar trad er een vreemde binnen, dan verstomden de stemmen en krasten de scheermessen weer. Dat we nog weet hebben van die repetities bij Derpen, danken wij aan het interview dat in 1952 in het Eindhovens Dagblad werd afgedrukt bij het 50-jarig jubileum van kapper Jules van Stippen. Hij was die jongste bediende waar sprake van was.

Nadat in Eindhoven een waterleiding was aangelegd, haakte Derpen daar direct op in door in januari 1905 een badinrichting te openen, met afzonderlijke dames- en herenafdeling. Ieder die dat wenste kon voortaan op werkdagen tussen 7.00 en 19.00 uur bij hem een bad of stortbad (=douche) komen nemen.

Michael Jacobus Hubertus Derpen overleed in 1909. Zijn zoon Jacobus Cornelis Josephus (Eindhoven 1876) nam het bedrijf over. In 1920 deed deze de dameskapsalon over aan L. Reemers. In de praktijk zal dit hebben betekend, dat hij zijn klanten zal hebben geadviseerd zich voortaan in de Vrijstraat te laten kappen.

Jacobus Derpen overleed in 1932. Zijn zoon, die geen kapper was geworden, zette het bedrijf met vier bedienden voort tot de salon bij het bombardement in 1944 werd verwoest en hij terugkeerde naar zijn oude werkgever, de N.V. Philips.

Jan Spoorenberg
in: ’t Gruun Buukske 1993-16 e.v.