Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.
Bruggen en brugnamen
Eindhovense bruggen hebben een naam
Het plan
Het is niet meer bekend wie in 1930 op het idee is gekomen om de Eindhovense bruggen een naam te geven. Maar misschien is het G.C. Kools geweest, die in die tijd directeur was van gemeentewerken. Hij was in elk geval de man die het plan aan B & W voorlegde. Dat was nodig, omdat het college de namen officieel zou moeten vaststellen. Omdat het betreffende dossier verloren is geraakt, is niet meer bekend welke argumenten Kools heeft aangevoerd. Maar ze waren in elk geval goed gekozen, want het plan werd goedgekeurd.
Kools hoefde niet voor alle bruggen een naam te verzinnen, want sommige hadden er al een. De naam was dan meestal ook op de brug aangebracht. Hoe die bruggen hun naam hadden gekregen, zullen we waarschijnlijk nooit meer te weten komen. Wel staat vast dat zij nooit officieel door B & W waren goedgekeurd; dat verzuim werd in 1930 in één moeite goedgemaakt. Op 5 december stelde het college officieel 25 brugnamen vast. Ik heb de indruk dat daarmee inderdaad alle openbare bruggen een naam hadden gekregen, misschien zelfs meer dan dat.
De namen
Hieronder volgen allereerst de 25 namen die in 1930 werden vastgesteld. Bij de bruggen die met een asterisk zijn gemerkt, is de naam op de brug aangebracht.
1. ’t Mopsbrugje | 2. Achtsebrug | 3. Collsebrug | 4. Dommelbrug* | 5. Eckartsebrug |
6. Elzentbrug* | 7. Genderbrug | 8. Genneperbrug | 9. Ten Hagebrug | 10. Hagenkampbrug |
11. Havenbrug | 12. Heuvelsebrug | 13. Koudenhovensebrug | 14. Lakerbrug | 15. Molenbrug |
16. Molenwaterbrug | 17. Oirschotsebrug | 18. Paradijsbrug | 19. Poeijersbrug | 20. Rapelenbrug |
21. De Sluis* | 22. Vestbrug | 23. Wettensebrug | 24. Tongelreepvonder | 25. Vonderke |
Het duurde tot 1951 voordat weer een brug een naam kreeg.
26. Verdijkbrug
In de jaren '70 kwamen er nog enkele namen bij. Een in 1977, maar liefst zes in 1978, blijkbaar was dat een goed bruggenjaar, en nog een in 1979.
27. Orpheusbrug (1977)
28. Burgemeester Smits van Oyenbrug* (1977)
Op 27 december 1978 werden nog vijf namen vastgesteld:
27. Gagelboschbrug
28. Genderbeemdbrug
29. Hanevoetbrug
30. Koebrug
31. Brug 't Werdje
Daarna zijn er nog twee namen bijgekomen:
32. Durantebrug (1979)
33. Caspar de Haanbrug* (1992)
34. Fietsersbrug over het Eindhovensch Kanaal
Tot slot
In 1930 heeft het college van B & W een naar ik meen succesvolle poging gedaan alle bruggen in de stad een naam te geven. Reden noch aanleiding die tot het besluit hebben geleid zijn bekend, maar blijkbaar waren de Eindhovenaren trots op hun bruggen. Dat jaar was dan ook een heuse hefbrug over het Eindhovensch Kanaal gereed gekomen, terwijl er ook een reeks nieuwe bruggen over het Beatrixkanaal was gepland of al in aanbouw was.
Die trots is daarna blijkbaar snel overgegaan. De namen zijn voor zover ik weet ook nooit op de bruggen aangebracht, terwijl .veel nieuwe bruggen daarna geen naam meer hebben gekregen. Misschien dat de straatnamencommissie, die het na de hectische tijd rond het Sprookjesbosch, Zandrijk, Waterrijk en Grasrijk weer wat rustiger heeft gekregen, het vraagstuk eens kan bekijken.
Allereerst zou zij de vraag dienen te beantwoorden, of Eindhovense bruggen nu wel of geen naam moeten krijgen. Ik hoop dat de commissieleden vinden dat dit wel het geval moet zijn, want ik vind het idee best aardig. Het geeft de bruggen een extra stukje eigen identiteit en maakt er kleine monumentjes van. Daarbij: waarom zou je viaducten, stuwen en zandvangen wel een naam geven en bruggen niet. Natuurlijk moet er dan wel een inhaalslag worden gemaakt. En op alle bruggen moet een stijlvol, vandaalbestendig naambordje komen, dat past bij de architectuur van de brug. Dus liever niet allemaal dezelfde bordjes en zeker niet dat smakeloze, door "Brussel" voorgeschreven Euro-model, dat tegenwoordig voor onze straatnaambordjes wordt gebruikt en dat ook op de Caspar de Haanbrug te zien is.
En die bruggen moeten dan natuurlijk voortaan wel goed worden onderhouden, zodat ze hun naam met trots kunnen dragen. Ze zullen er ons ongetwijfeld een rijker straatbeeld voor teruggeven.
Jan Spoorenberg
in: 't Gruun Buukske 1996, 69
met aanvulling Jos Hüsken 2015